Kožlí

Die roofden echter in de omgeving van Kožlí, bestalen voornamelijk handelaars op de omliggende wegen. Aan het begin van de 15^de eeuw was de burcht eigendom van Petr van Pětichvosty, die tijdens de gevechten van de landadel met de koning Wenceslaus IV trouw aan de koning bleef. In 1414-1445 was de burcht door Beneš Libun van Dubá gehouden, die onder de gelederen van het herenleger bij Lipany vocht en in 1435 ook deelnam aan de verovering van de burcht Ostromeč. Zijn zoon had de burcht waarschijnlijk na1461 aan zijn buurman Zdeněk Konopišťský van Šternberk verkocht, die het bij het landgoed van Konopiště voegde. Zdeněk was vijand van de koning George van Podiebrad, wiens legers in 1468 de burcht veroverden. De burcht werd nog in 1495 vermeld, in 1500 was het al verlaten en in de loop van de 16^de eeuw werd zijn verval definitief.

Toegangsweg naar de burcht loopt over de helling via de voorburg, die van de burchtkern door een in de rots gehakte gracht wordt afgescheiden en aan de gemakkelijk toegankelijke zijden door een wal en gracht versterkt. Op de toegangsweg naar de kern van de burcht stond een vierkante poort. Rechthoekige ruimte van de binnenburcht was aan alle kanten door een manteling omgeven, die het best aan de zuidoostelijke zijde bewaard is (bijna in de oorspronkelijke hoogte, met gedeelten van kantelen). Bij de ingang staan kleine resten van twee gebouwen. De vierhoekige binnenplaats was aan de langere zijden door hoge burchtmuren beschermd, aan de kortere zijden door twee paleizen afgesloten. Volgens deze indeling hoort Kožlí tot de burchten met twee paleizen die hier aan het einde van de 1^ste helft van de 14^de eeuw voor het eerst werden gebouwd. Grootse resten van de burchtmuren stonden hier nog in de jaren 40 van de 20^ste eeuw, maar daarna stortten die aan enkele plaatsen in, en zo is slechts een deel boven de Janovický-beek overeind gebleven.